‘Mama zijn we er al?’ vraagt Rijk
Ik kijk op de navigatie en draai me om.
‘Nog een half uur.’
Ongeduldig schopt Rijk met zijn benen tegen de bestuurdersstoel.
‘Hou op met dat geschop,’ beveelt Soleil.
Ik kijk naar Soleil, de vader van Rijk en een vader voor Ruby. Zijn blik strak op de weg. Zijn neus recht. Ik hou van zijn neus. Sterk zonder overheersend te zijn. Een subtiele brug en perfect uitlopende neusvleugels. Soleil is voor mij zekerheid. Bijna op het saaie af. Vanaf het begin wist ik zeker dat hij bij mij zou blijven. Soleil zou nooit weggaan. Hij is een man die zijn verantwoordelijkheid neemt. Ik ben in alles het tegenovergestelde en daarom vindt hij mij leuk. Mijn vrije geest zei hij toen ik hem vroeg waarom ik? Juist daar waar het voor mij te voorspelbaar wordt, daagt hij mij uit.
‘Ik vind je leuk, dat weet je, maar je bent niet de enige vrouw waarmee ik een relatie zou kunnen hebben.’ Op deze zin ging ik aan toen ik hem zeven jaar geleden ontmoette. Ruby was nog net geen elf en al lekker aan het puberen, een verantwoordelijke vaderfiguur zou ook goed zijn voor haar. Ik heb me altijd schuldig gevoeld dat ik door te kiezen voor haar leven, Ruby haar vader heb ontnomen.