Elke keer als ik op het punt sta om weg te gaan, ben ik mijn sleutels kwijt.
Soleil en ik gaan straks naar het kristallen huwelijksfeest van John en Anne. Een ander Nederlands stel dat met twee kinderen hier in Le Marche wonen.
‘Heb jij mijn sleutels gezien?’ vraag ik aan Soleil.
‘Ik houd niet bij waar jij je sleutels laat, schiet op, ik hou niet van te laat komen.’
Soleil, altijd in de actiestand. Ik ben niet vies van hard werken, maar niet ten koste van alles.
‘Ja ik wil ook weg Soleil, het helpt niet als je me zo loopt op te fokken.’
‘Jij hebt er weer zin in zo te horen!’
Ik zeg niets. Nog een keer kijk ik in de lichtgroene keramieken schaal met de Skyline van Rotterdam of m’n sleutels daar in liggen. De hals van de zwaan is afgebroken.
‘Jij wil toch zo graag vrienden maken? Dan kan je het beste op elke uitnodiging ja zeggen.’ zegt Soleil terwijl hij zijn jas aantrekt.
Voor het vijftienjarig huwelijksfeest hebben John en Anne een kasteel afgehuurd. Zij zijn zo’n stel die kennen elkaar al twintig jaar, het gaat altijd allemaal voor de wind. Kinderen halen alleen maar tienen op school. Glanzende carrière, nog steeds verliefd, nooit geen vuiltje aan de lucht. Ik vind het gewoon ongeloofwaardig.
Ik zoek naar de sleutels diep in de zakken van mijn jas…geen sleutels wel een rode lippenstift, die past goed bij mijn jurk.