‘Lieverds, na onze vakantie op Curaçao zijn Soleil en ik willekeurig opzoek gegaan naar huizen in het buitenland op Marktplaats. Gewoon voor ‘the fun’ en ondertussen een beetje aftasten als we echt zouden gaan, welk land het dan zou worden.’
‘Zeg niet dat we gaan emigreren?’ onderbreek ik m’n moeder.
Ze negeert mijn vraag en gaat verder.
‘Het moet redelijk gemakkelijk aan te reizen zijn voor familie en vrienden. Maar wel mooi weer, lekker eten en als het kan ook nog een beetje cultuur. We zijn een oude boerderij met twee hectare grond tegengekomen in Le Marche Italië, dat twintig jaar lang leeg heeft gestaan.’
‘Italië?’ vraag ik.
‘Ik ben er vorige week gaan kijken,’ gaat Soleil verder.
‘Je zei dat je voor je werk weg moest.’
‘Het is een paradijsje op aarde. Verscholen achter een klein bos in een kleine vallei, vlakbij een dorpje. Het is in de heuvels van het het platteland tussen de Adriatische kust en de Apennijnen meer landinwaarts.’
‘Dit meen je niet?’
‘De gemeente daar staat positief tegenover het realiseren van een camping,’ antwoord Soleil.
‘Ik kan jullie even niet volgen geloof ik.’
‘Stella en ik hebben er deze week veel over gepraat en het lijkt ons te gek om dit te gaan doen. Meer tijd voor elkaar en dichter bij de natuur.’
‘Dit is een grap zeker? Jij hebt nog nooit gekampeerd, mama! En mijn eindexamen dan?’
‘Ruby, we vertrekken niet morgen. Het is niet van de ene op de andere dag. Jij kan gewoon je eindexamen doen.’
‘Ik ga niet mee!’
M’n moeder glimlacht begripvol maar ook alsof ze me niet helemaal serieus neemt.
‘Nee, echt niet.We wonen net twee jaar in de Rode Kanarie. Je zei het van de week nog, dat je nergens liever wilde wonen dan hier, dat we zo’n mazzel hadden met dit huis. Je hebt gewoon tegen me gelogen!’
‘We spelen met het idee en onderzoeken de mogelijkheden. Dat we er enthousiast van worden dat is een feit.’
‘Jullie denken echt alleen maar aan jullie eigen geluk. Denk je dat je het daar gaat vinden? Je spreekt niet eens Italiaans.’