M’n moeder komt de keuken inlopen.
‘Koffie?’ vraagt ze aan opa. Aan mij vraagt ze of ik de vaat in de vaatwasser zet.
‘Of ik het niet uit mezelf zou doen. Hoe lang doe ik hier nou al de afwas na het eten? Ik sta al in de keuken. Als ik nou naar boven was gegaan… Met dat gevraag ontneem me je me de zin om het uit mezelf te doen!’
M’n moeder reageert niet, ze maakt koffie. Aan de manier waarop ik de vaat in de vaatwasser zet, zouden ze kunnen horen dat ik boos ben, maar het geluid van de volautomatische koffiemachine overstemt alles. Rijk komt de keuken in gelopen. Hij wil yoghurt met müsli als toetje. Opa helpt hem en vraagt of ik ook wil, ik knik van ja. Het is druk in de keuken, we proberen elkaar niet te raken, een ongemakkelijke choreografie op twee vierkante meter. Opa en Rijk lopen met de yoghurt naar de eettafel, m’n moeder met drie koffie en chocola op een dienblaadje er achteraan.
‘Ruby! Kom je ook nog even aan tafel zitten?’ roept m’n moeder.
‘Ja-ha’ zeg ik en druk op aan, eco programma, start en sluit de vaatwasser. De yoghurt ziet er feestelijk uit in een glaasje met een klodder bessenjam ‘on top.’