Ruby is net achttien en aangenomen op de dansacademie in Rotterdam. Super trots dat ze zich niet door de eerste afwijzing heeft laten tegen houden om het nog eens te proberen. Gister heb ik haar met de auto naar Bologna gebracht en op het vliegtuig gezet. Terug naar Nederland. Ik had gevraagd of Soleil ook meeging naar het vliegveld, ik vond dit echt een gelegenheid om met het gezin te ondernemen. Soleil bleef op de camping, daar moet volgens hem overdag altijd iemand zijn en voor Rijk, bijna zeven, is er ook niets aan om twee uur heen en twee uur terug naar Bologna te rijden. Achteraf misschien maar beter ook, met z’n tweeën heb je toch een ander gesprek.
Op de terugweg van het vliegveld speelde ik even met de gedachte om niet naar huis te rijden. Gewoon rijden langs de Adriatische kust zonder bestemming en afslaan bij een afslag waarvan de naam tot de verbeelding spreekt. Dan naar zee, me ontdoen van m’n kleding en me overgeven aan het water. Duiken en springen in de wilde golven, oneindig vaak. Het was kort een bevrijdend denkbeeld geweest. Ik nam de afslag Senigallia en reed naar huis.
Ik hoor het rollen van de motor, het maakt me onrustig. Blijkbaar heeft Soleil de sleutels gevonden, opeens herinner ik het me weer, ik heb ze in de auto laten liggen, dat kan hier gewoon. Ik sluit de afgebladerde groene voordeur met het gat er in. Dat gat heeft Soleil er in gemaakt omdat ik de reservesleutel en de sleutel laatst binnen had laten liggen. Teveel dingen aan m’n hoofd. Het moment dat ik de deur dicht deed, wist ik dat ik niet meer binnen kwam.